Zeitung
krant
Natur
natuur
Bruder
broer
Schwester
zus
Film
film
Eltern
ouders
Fahrrad
fiets
Torte, Kuchen
taart
Lehrer/ -in
leraar, leares
Polizist
politieagent
Frisör
kapper
Verkäuferin
verkoopster
Optiker
opticien
Bäcker
bakker
Arzt
dokter
tun, machen
doen
eigentlich
eigenlijk
Arbeit
het werk
arbeiten
werken
Sekretärin
secretaresse
bei
bij
Bank (Geld)
bank
fast
bijna
fertig
klaar
studieren
studeren
suchen
zoeken
Job
de baan
Wirtschaft
de economie
Wohnung
woning
Nachbarschaft, Nähe, Viertel
de buurt
in der Nähe
in de buurt
noch
nog
sag mal
vertel eens
viel(e)
veel
ins Kino gehen
naar de film gaan
Konzert
concert
alleine, nur
alleen
Bücher
boeken
Fahrrad fahren
fietsen
spazieren gehen, wandern
wandelen
lieber
liever
mögen, lieben
houden van
Vermieter
huubaas
Medizin
medicijnen
arts
Jura
de rechten
Rechtsanwalt
de advocaat
auf (datum, am
op
Schule
school
Gastronomie
horeca
besitzen
bezitten
restaurant
Buchhalter
boekhouder
Firma
firma
Beamter
ambrenaar
Stadt, Städte
stad, steden
Verkäufer
verkoper
Krankenpfleger(in)
verpfleger(ster)
Zeichner, -in
tekenaar, tekenares
Student, -in
student, studente
weiblich
vrowelijk
liegen
liggen
klingen
klinken
interessant
Uni
universiteit
Hauptstadt
hoofdstad
Antwort
het antwoord
Bericht
het bericht
Beruf
het beroep
Besuch
het bezoek
Landschaft
het landschap
Auto
de auto
Baby
de baby
Datum
de datum
Radio
de radio
Telefon
de telefoon
Mädchen
het meisje
schön, hübsch
mooi
Wetter
het weer
im Garten arbeiten
tuinieren
ganz, sehr
heel
finden
vinden
einkaufen, bummeln
winkelen
Sport
de sport
z.B.
bijvoorbeeld
schwimmen
zwemmen
fantastisch
wenn
als
regnen
regenen
etwas
iets
Haus
huis
kochen
koken
malen
schilderen
basteln
knutselen
immer
altijd
fein, schön
fijn
Pizza
pizza
Wie geht’s dir/ Ihnen?
How gaat het met je/ u?
Wie geht es Ihnen?
How maakt u het?
ausgezeichnet
uitstekend
schlecht
slecht
Es geht so
Het geet wel
Prima
prima
nicht so gut
niet zo goed
Es könnte nicht besser sein
‘t Kan niet beter
später
later
einigermaßen
best wel
sportlich
sportief
spielen
spelen
Familie
de familie
klein
Zeit
de tijd
schauen, gucken
kijken
manchmal
soms
fernsehen
televisie kijken
zu Hause, nach Hause
thuis
keine(e)
geen
Kneipe
de kroeg
Last changed2 years ago