Ich muss meinen Zug bekommen
Ik moet mijn trein halen
bekommen
halen
Wie schön!
Wat leuk!
ein bisschen
een beetje
Wie bitte?
Wat zegt u?
Ich verstehe es nicht
Ik verst het niet
Welche Sprachen sprichst du?
Welke talen spreek je?
Was heißt/ bedeutet das?
Wat betekent dat?
Englisch
Enegels
Pommes
de patat
Pfannkuchen
de pannenkoek
Brötchen
het broodje
Kann ich bestellen?
Mag ik bestellen
Die Pfannkuchen sind lecker
De pannenkoeken zijn lekker
Ich nehme ein Käsebrötchen
Ik neem een broodje kaas
Schinken
ham
Törtchen
taartje
Für mich eine Portion Käse, bitte
Voor mij een portie kaas, alstublieft
bitte
alstublieft
eine Portion
een porite
Rechnung
de rekening
Können wir zahlen?
Mogen we de rekening
Milch
de melk
der Milchkaffee
de koffie verkeerd
das Bierchen
het biertje
Wasser
het water
Können wir noch etwas Wasser bekommen?
Kunnen we nog wat water krijgen?
krijgen
an der Ecke
op de hoek
Was möchtest du trinken?
Wat wil je drinken
Tässchen Kaffee
kopjed koffie
Kakao
chocolademelk
bringen
brengen
weil
omdat
fahren
rijd
Ich habe Lust auf..
Ik he zin in..
Ich möchte gerne…
Ik wil graag een…
Das ist ein kleines Land
Dat is een klein landje
Kann ich ein Brötchen?
Mag ik een broodje?
Kommst du mit?
Komm je mee?
Staatsbürgerschaft
nationaliteit
links
weit weg
ver weg
rechts
geradeaus
rechtdoor
Last changed2 years ago