Entretenir
Onderhouden
Appartenir à
Behoren tot
La ressemblance
De gelijkenis
Le bonheur
Het geluk
Adopter
Adopteren, aannemen
La naissance
De geboorte
Baptiser
Dopen
Gâter
Verwennen
Le compagnon
De kameraad
Mal élevé
Un epoux
Een echtgenoot
Une épouse
Een echtgenote
Détester
Haten
Confier
Toevertrouwen
Plaire à
In de smaak vallen
Aîné
Oudste
Cadet
Jongste
Le dernier-né
De laatstgeborene
Une nièce
Een nichtje
Un neveu
Een neefje
Une enfance
Een jeugd
Un adulte
Een volwassene
Consacrer à
Besteden aan
Fréquenter
Omgaan met
Le comportement
Het gedrag
Responsable de
Verantwoordelijk voor
Abandonner
In de steek laten
La rupture
Het verbreken, de breuk
Divorcer
Scheiden
La pauvreté
De armoede
Insupportable
Onuitstaanbaar
Porter plainte
Een klacht indienen
Mourir
Sterven
Conseiller
Advies geven
Un entretien
Het gesprek, de onderhoud
La tension
De spanning
Ridiculiser
Belachelijk maken
Le soutien
De steun
Unique
Enig
Compréhensif
Begripvol
Faire appel à
Een beroep doen op
L’amitié (f)
De vriendschap
Zuletzt geändertvor einem Jahr